Crowd Funding

Learning Experiences to Bucharest with Rokus Loopik en Harry Gras

door rokus

Dear Facebook Friends and Linkedin Contacts!

In January 2012 Harry Gras, my friend and fellow nurse and I started to organize study experiences to Bucharest. Harry has been traveling to this city for eight years. He has brought means and money to SamuSocial, a not for profit agency, that provides services for homeless individuals in this overwhelming city. After arriving in Bucharest in January, I was quiet for about three days, because I could not cope with the poverty and misery I was confronted with, while traveling through this wonderful and amazing city. People with less money share more and better, than people with a lot of money. I decided to make it a goal for the coming years to support my friends from SamuSocial, as Harry did, for many years. On December 9th we will travel to Bucharest again, this time with 8 professionals and peers. We want to leave money behind. Bucharest counts about 5000 homeless individuals. SamuSocial tries to serve these people with a very small amount of workers. In May 2012 their budget was halved because of the fact that many of these 5000 people do not have proper identification. In fact they do not exist. SamuSocial knows that these people are real. They deal with them every day, 24 hours. Harry and I do not earn money on these expeditions. We have ethical boundaries. But we want to leave money behind, for SamuSocial, 5000 homeless individuals and all the amazing programs that serve these people. We have no boundaries or ethical dilemma’s in asking for your money! Through this humble way, we want to ask you to donate 1, 2, 3, 4, or 5 euro. Talking about Linkedin, I have about 1500 connections, that means, thinking about the most positive outcome, €7500. On Facebook, I have about 400 Friends. Talking about Facebook, that means, thinking about the most positive outcome, €2000. We would be honored to bring this money to Bucharest and all these homeless individuals. Harry and I will memorize you in our will and we will provide you with facts and figures on how this money is going to be spent, as well as a lively report on our next Learning Experience. Prove the world that ‘rich’ people know what sharing is and transfer some money to de Mot. It is my Story Telling Foundation, that supports people in need with Advice and Action.

 

ABN AMRO 48 55 32 689 J.R. Loopik/Stichting de Mot, inzake Boekarest, 12, 2012

LEARNING EXPERIENCE TO BUCHAREST

crowd funding December 9th 2012

Gotham City

Toen ik afstudeerde als B-verpleegkundige in Endegeest, Oegstgeest, wilde ik eigenlijk maar 1 ding. Ik wilde naar Amsterdam. Ik zag die stad als het mekka voor iemand als ik die een fascinatie had voor grote steden, gekte, verslaving en dakloosheid. Toen ik enige tijd in Amsterdam werkte, wilde ik alleen nog maar naar New York. Ik zoek in mijn leven eigenlijk altijd naar de overtreffende trap. New York is DE stad voor iemand die van stadsgekte houdt. In het jaar 2002 organiseerde ik een studiereis voor 5 leden van het Rehabteam in Amsterdam. Tijdens die studiereis was ik een uur op bezoek bij Pathways to Housing. Het stal mijn hart. Ik voelde dat daar iets bijzonders gebeurde. Ik heb er in 2004 drie maanden gewerkt en ik ben in Nederland presentaties over het Housing First model gaan geven. Met veel enthousiaste mensen heb ik het model naar Nederland gehaald. Anyway. Ik ben nooit meer van New York genezen. Het is de hoofdstad van de wereld. Zoveel verschillende culturen leven daar samen, in vrede. En iedereen wil New Yorker zijn of worden. De stad heeft een sterke eigen identiteit en iedereen wil daar deel van uit maken. Ik houd van het arbeidsethos van Amerikanen, hun servicegerichtheid, de hoffelijkheid, de wil om alles met jou te delen wat jij wilt weten (de roddel dat Amerikanen oppervlakkig zijn, is een  mythe), de uitnodigende houding naar mensen van andere origine, het geloof in nieuwe mogelijkheden, de trots die gepaard gaat met het geloof dat je alles kunt bereiken, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Terwijl ik dit schrijf hoor ik mensen “ja, maar……..” zeggen. Als professionals of cliënten aan mijn reizen hebben deelgenomen, wordt er nooit meer in ‘ja, maar…’ en ‘proberen’ gedacht en gesproken. Je doet iets of je doe het niet. Die woorden hebben mensen uit hun vocabulaire geschrapt. Mensen gaan in mogelijkheden denken. De mogelijkheid dat je als mens die ten prooi gevallen is aan een psychiatrische ziekte, kunt herstellen. Dat je ophoudt een etiket te zijn, een stigma. Dat je deel uitmaakt van de samenleving. Dat je kunt liefhebben, dat er van je gehouden wordt. Want ook dat is Amerika. Zij lopen jaren voor op de ontwikkeling van Consumer Run programma’s.

Een reis is voor mij geslaagd als ik merk dat deelnemers bijvoorbeeld die transformatie al tijdens de reis hebben gemaakt en doorgaans is dat het geval. Bij sommige mensen gebeurt dat al voordat wij vertrekken, want de voorbereiding begint al drie maanden voor vertrek. Bij anderen komt het na de eerste werkbezoeken, bij weer anderen pas aan het einde van de week. Evengoed. Het gebeurt altijd. Op 250 mensen was er niet 1 die ontevreden was over wat hij of zij meegemaakt had. Dat heeft ook te maken met het hele lerende concept dat ik in mijn reizen verweven heb. Elke reis is zo goed als je laatste reis. Ik verslap nooit en wil mensen een onvergetelijke ervaring geven. Ik hoop dat ze hun perceptie over cliënten en hun werk bijstellen. Ik hoop dat ze beter gaan luisteren naar cliënten en mensen gaan geven waar zij om vragen.

Elk gezelschap is ideaal. Als mensen inschrijven op mijn reizen, dan geeft dat aan dat ze behoefte hebben aan verbreding van hun horizon, van hun kennis, van hun netwerk. Het mooiste compliment dat ik in januari van een deelnemer heb gekregen is de conclusie dat ik alles had waargemaakt dat ik voor-, tijdens- en na de reis beloofd had. Aankomen op Schiphol betekent niet dat de reis voor mij is afgelopen. Ik blijf contact houden met mensen, als ze daar prijs op stellen. Samen proberen we veranderingen teweeg te brengen. Wij hebben elkaar nodig. Deelnemers verzuchten soms maanden na terugkomst dat zij weer zijn opgeslokt door het systeem waarin zij werken. Dat ze de inspiratie, adrenaline en bevlogenheid die zij tijdens de reis hadden opgebouwd, zijn kwijtgeraakt. Ik coach mensen ook op de vaardigheid om dat vast te houden. De reis heeft meer dan eens impact op het privéleven van deelnemers. Het aannemen van een andere werkhouding brengt ook veranderingen op andere niveaus met zich mee. Je moet weg van huis en haard om echt te kunnen veranderen. Mensen zijn behoudend, ik ook. Reizen betekent al je angsten opzij zetten en de wereld met open vizier tegemoet treden.

Ik heb een student een half jaar geleden gevraagd een animatiefilm te maken over de resultaten die de meer dan 20 studiereizen hebben opgeleverd. Ik ben gaan schrijven en moest stoppen bij het getal 75. De student vroeg mij al te stoppen bij 35, want de film zou anders te lang worden. De reizen genereren resultaten op veel verschillende vlakken. Ik ben mijn reizen ook bij het RINO onder gaan brengen. Daardoor bereik ik meer mensen. In Nederland zijn op basis van de studiereizen in minstens vier steden Housing First Projecten gerealiseerd. Er zijn initiatieven tot het ontwikkelen van meer Cliëntgestuurde Projecten. De instelling Pameijer in Rotterdam heeft een onderwijsmodel uit New York (Howie the Harp, Harlem) naar Rotterdam gehaald. Dit jaar zijn zij begonnen met het opleiden van ervaringsdeskundigen volgens dat model. Volgend jaar, in 2013, organiseer ik met veel enthousiaste mensen een Consumer Conference in Nederland, waarbij wij veel Amerikaanse consumers naar Nederland gaan halen. Individueel gesproken kan ik stellen dat professionals positiever, resultaatgerichter en consumentgerichter gaan werken na terugkomst.  De resultaten die ook zeer tot de verbeelding van mensen spreken zijn de resultaten die bereikt worden door de cliënten die deelnemen aan de reizen die Harry Gras (SPV, Altrecht) en ik elk jaar voor Altrecht, de Tussenvoorziening, het SBWU, het Steunpunt GGZ Utrecht en Kwintes, mogen organiseren. Alles wat die mensen in 8 dagen meemaken, werkt in de hand dat ze het geloof in eigen kunnen (her)vinden. Ze komen terug met het gevoel dat ze bergen kunnen verzetten en zij doen het niet meer voor minder. Mensen vinden een woning, belangrijke banen, maken nieuwe vrienden, richten een stichting op, worden keynote speakers op congressen, volgen opleidingen (en ronden die met goed gevolg af), laten ‘vastgeroeste hulpverleners’ weer swingen (waardoor cliënten krijgen wat ze verdienen), laten directeuren huilen van ontroering en verbazing en bovenal, ze komen terug met het gevoel dat ze mens zijn en meetellen. Met het gevoel dat hun bestaan betekenis voor ons heeft. Dat ze hier zijn met een reden. What more can you wish for.

Enno

Ik heb maar één  ‘Enno’ gekend in de 54 jaar dat ik deel uitmaak van dit aardse bestaan. Dat was een onverdeeld genoegen, want Enno was de broer van Eric, één van mijn beste vrienden. Hij had een nogal stoffig imago. Het uiterlijk van wat mijn puberzoon nu een ‘nerd’ zou noemen. Evenwel, Enno was wel een aimabele en aardige boekenwurm. Terwijl wij elk ouderlijk huis in ons vriendenclubje van vijf stuntelige tieners gevoeglijk afbraken, bleef Enno voor ons de wijze, aardige oudere broer ‘van’. Hij voerde ons krentenbrood uit zware, groene legerblikken. Die waren door de man die daar op zondag het vlees sneed, uit een landmacht depot meegenomen. De vader van Enno was majoor. Hij was nooit thuis. Hij was getrouwd met het leger. Evengoed. Enno is altijd een naam gebleven uit lang vervlogen tijden. Niemand noemt zijn kind nog zo. Dit vakantiehuis uit het jaar 1917, aan de Badweg op Schiermonnikoog is ook bepaald stoffig te noemen. Maar dan prettig stoffig, want het is een huis uit vervlogen tijden en welhaast, op een paar moderne apparaten na, nog in dezelfde staat als de jaren waarin het huis gebouwd werd. Wij vieren er, voor het eerst, een onvergetelijke vakantie. Ik heb een broertje dood aan stationair draaien, want dat betekent voor mij achteruitgang. Maar soms is het gewoon prettig als dingen hetzelfde blijven. Neem de kelners van Hotel van de Werff. Die lopen daar al heel lang rond en gaan in het harnas sterven, zo veel is duidelijk. Ik maak mij sterk dat zulks ook nog in hun contract is opgenomen. En dan laat ik het café van het hotel niet buiten beschouwing. Dat is, net als Enno, in oorspronkelijke staat gelaten. Een potje bier met een schaaltje bitterballen met mosterd smaakt nergens anders beter. Heel lang geleden heb ik eens gedineerd in het restaurant van v/d Werff. Er liep een Engelse waiter rond. Mijn vrouw vroeg hem belangstellend welke vegetables van de dag er op het menu stonden?! “I’m not interested”, stelde de man vrij resoluut. En hij keek er ook nog bij weg. Mijn vrouw zocht steun bij mij, stelde de vraag nog een keer, kreeg hetzelfde antwoord en ik lag inmiddels onder de tafel van het lachen. John Cleese in Fawlty Towers had het hem niet nagedaan.

Dit eiland wordt ook wel het mooiste stukje van Nederland genoemd. Dat is niet overdreven. Iedereen die net als ik de moeite neemt om over het strand 19.5 kilometer op de fiets naar de Balg af te leggen, weet waar ik op doel. Ik herinner mij dat ik als klein kind, achterop de fiets van oom Arend, naar het strand van Scheveningen fietste. Er waren dagen bij dat er, behalve oom Arend en ik, anderhalve man en een paardenkop aan die kust te vinden waren. Als je die sensatie hier wilt proeven, dan moet je de tocht naar het uiterste puntje van dit eiland, bij eb aanvaarden. Nooit was ik in mijn leven zo alleen, omringd door oogverblindende, maar opeens ook angstaanjagende natuur. Zeemeeuwen scheren rakelings over je hoofd om je van hun nesten af te leiden. Een rechte gang over het strand is er niet mogelijk. Het strand is er zo breed dat je bij elke pedaaltred moet bedenken welk deel van die zandvlakte het meest geschikt is om die fietsend in plaats van lopend over te steken.

Rond de Duitse en Nederlandse Waddeneilanden leven 25.000 zwarte en grijze zeehonden. Min 1 dan. Die kwam ik onderweg in levenloze en verregaande staat van ontbinding tegen. Bij de Balg trof ik Albert, een gepensioneerde bioloog en leraar. Hij stond er door een Swarovski verrekijker naar op een zandplaat aangenaam verpozende zeehonden te kijken. Hij bleef, ondanks dat ik daar toch duidelijk aanwezig was, sthenisch door zijn kijker turen. Later begreep ik dat hij die robben aan het tellen was, maar door mijn komst de tel was kwijtgeraakt. Hij was tot het aantal van 450 gekomen. Wij hebben er een uur met elkaar staan praten. Volgend jaar, in de maand februari, ga ik voor een groep pubers een lezing geven over dakloosheid en psychiatrie. In opdracht van Albert.

In de erker van Enno staat een prachtig schrijftafeltje. De sereniteit van het eiland en dit huis is zo overweldigend dat de inspiratie makkelijk boven komt drijven. De BTW voor het 2e kwartaal van dit jaar. De tekst voor een interview. En drie columns. Het resultaat van een week Schier, niks aan je hoofd en gewoon vroeg opstaan. Elke ochtend zie ik dezelfde man, gekleed in slechts een zwembroek en een om de schouders gedrapeerde badhanddoek op de fiets van het strand terugkeren. Van een vroege en waarschijnlijk frisse duik in de Noordzee.

Volgens de bestuurder van de tractor van de Balgexpress zit er zoveel schol in de Noordzee dat je vanaf Schiermonnikoog over de schol naar Noorwegen kan lopen. Een zeehond eet gemiddeld vijf kilo vis per dag. Vermenigvuldig dat met 25.000 zeehonden, dat maal 365 dagen en je komt op het astronomische getal van 45.625.000 kilo vis uit. Als je dan bedenkt dat dit getal 20% zou betekenen van de totale visvangst in deze wateren, dan begint het je te duizelen. 228 Miljoen kilo vis. Ik voelde mij er aan de toonbank van de Schiermonnikoger Vishandel aan de Noorderstreek iets minder schuldig over. Vorig jaar leerde ik, kijkend naar National Geographic, waar de Tilapiafilet vandaan komt en hoeveel arme mensen zich de pleuris moeten werken om die vis op onze westerse borden te krijgen. Ik heb nimmer meer zo’n stukje vis aangeraakt, laat staan gegeten. Hier eet ik elke dag met een gerust hart een lekker platvisje. Gewoon met een beetje paneermeel en waddenzout, om en om in de koekenpan.

Over gezond gesproken. Enno is voor het grootste deel uit asbestplaten opgebouwd. Ik weet er te weinig van om te weten of twee weken blootstelling daaraan schadelijk is voor je gezondheid. Volgens mij moet je daarvoor minstens gaan breken, schuren en slijpen. Ik steek vooralsnog mijn kop voor dit huis in het Waddenzand. Het is hier geweldig toeven. Een rijksmonument, één groot reservaat. Onbedorven land, waar niet met kratten bier gestapeld wordt en waar mensen je de hele dag gedag zeggen. Bovendien, ‘Hoezee!’ voor vervlogen tijden en stoffige imago’s. Eternietplaat, dat klinkt toch veel moderner en mensvriendelijker?

 

 

De Vissenkom – of: het belang van resilience

Een week lang door New York reizen is nog geen garantie dat een studiereis jaren in het hoofd van deelnemers zal blijven hangen. Elke keer zoek je naar hét onderdeel dat een verschil gaat maken. Elke reis is zo goed als de laatste reis. Nooit verslappen of er routinematig op vertrouwen dat iets wat in de laatste reis werkte ook wel zal werken in de volgende reis. Elke reis staat op zichzelf.

Eén activiteit maakt altijd diepe indruk

Ik noem het ‘The Bubble’. Omdat het voor veel mensen een doorbraak in hun leven betekende. Omdat ze tot het inzicht kwamen dat ze op deze wereld gekomen zijn met een reden. Omdat hun bestaan betekenis voor ons heeft.

Het concept lijkt simpel. Zet joe groep temidden van 8 miljoen bedrijvige mensen 3 uur lang in een geluiddichte ruimte, hoog boven de stad. Laat iedereen in een dialoogopstelling plaatsnemen. Dat betekent tafels weg, stoelen in een kring en alles thuislaten. Behalve een pen en een opschrijfboekje. Creëer opperste concentratie. 100% Aanwezigheid. Een vissenkom. Trance.

Nodig 5 getalenteerde mensen uit

En laat ze hun verhaal doen. Verhalen over wat het betekent om in 1 leven 20 diagnoses om je oren te hebben gekregen, om je kind af te moeten staan, om met een man te leven die elke dag probeert om elk greintje gevoel voor eigenwaarde uit je te slaan en tegelijkertijd een zoon met autisme op te voeden, om geleefd te worden door drugs, om volledig down and out en dakloos te zijn, om zo depressief te zijn dat je niet meer wilt leven, om door een belachelijk soepele wapenwet vier familieleden naar hun graf te moeten dragen, om jarenlang in een gevangenis door te brengen, om psychotisch te worden, terwijl je net in de kracht van je leven bent, om in een isoleercel gepropt te worden, om 12 keer geshocked te worden.

Hoe kan zo’n bijeenkomst dan toch uitgroeien tot een magisch moment?

Ja, dát is het geheim van de smid.

Nou vooruit. Een tipje van de sluier: het sleutelwoord is resilience, ofwel veerkracht. Eén van de mooiste Engelse woorden die ik ken. Want deze mensen vertellen je óók hoe je dat allemaal te boven komt en uitgroeit tot een keynote speaker.

Dan kan het zomaar gebeuren dat de ‘patiënten’ die ik tot nu toe heb meegenomen na die ontmoeting voor het eerst in hun leven het gevoel hebben dat ze gehoord worden. Dat ze na 12 shockbehandelingen binnen 3 maanden weer aan het werk zijn. Dat ze beseffen dat ze succesvol zijn. Dat ze kwetsbaar kunnen zijn. Dat ze eigenhandig een stichting oprichten. Dat ze vastgeroeste hulpverleners laten swingen. Dat ze zich voor het eerst in hun leven laten omhelzen. Dat ze het gevoel hebben dat ze er niet meer alléén voor staan. Dat ze na terugkeer in Nederland een belangrijke baan bemachtigen. Dat ze een huis krijgen. Dat ze vriendschap met anderen sluiten. Dat ze ophouden patiënt te zijn. Dat ze het stigma afwerpen en voortaan als  Messenger of Hope door het leven gaan.

Als levend, passievol en energiek voorbeeld voor anderen.
 
photo credit: josullivan.59 via photopin cc

ER

Soms kom je op plekken in de wereld waar je niet eens dood gevonden wilt worden. Eén van mijn reisgenoten had al dagen last van een pacemaker die haperde. Evenwel. Het kan ook de stress van een stomende stad en airco gekoelde gebouwen zijn geweest. Daar zijn wij nooit achter gekomen. Achtenvijftighonderd kilometer van huis neem je evengoed geen onnodige risico’s. Jonathan van het Kings County Hospital in Brooklyn, een ervaringsdeskundige van een psychiatrische afdeling bij wie wij op bezoek waren, loodste ons snel, via allerlei sluipwegen, naar de ER. Een beetje geluk moet je dan wel hebben. Er zaten daar tientallen mensen in een hectisch milieu te wachten tot zij geholpen werden. Bijna alles wat wij in ziekenhuissoaps voorgeschoteld krijgen klopt trouwens als een bus. Er liepen prachtige donkere zusters rond en we kwamen een uitermate knappe Rastafari dokter tegen, een bekende van Jonathan. Een plekje in één van de talrijke door kamerschermen gescheiden hokjes was snel geregeld. De ER was verder afgeladen. Op de meest onwaarschijnlijke plekken stonden bedden met mensen erin. Ik heb er niet één mens de toekomst met vertrouwen tegemoet zien kijken. Iedereen was in zichzelf gekeerd, met een al of niet van pijn vertrokken gezicht. Terwijl ik voor het toilet op mijn beurt stond te wachten, werd ik bruusk opzij geduwd door een geagiteerde man. Zijn linkerhand had hij stevig om de gulp van zijn spijkerbroek geklemd, terwijl hij luid voor zich uit schreeuwde, “I have to take a leak! Somebody help me!” Hij zette zijn kleine boodschap kracht bij door met zijn rechterhand de deurklink een paar flinke meppen te verkopen. Vlak naast hem kermde een bejaarde man het uit toen een verpleegkundige bij hem een infuusnaald inbracht. Hij wist nog wel te melden dat het nu toch hoog tijd werd dat the Hospital Security ten tonele zou verschijnen. Een alerte medepatiënt greep een urinaal uit een rek en maande de man zich in een hoekje van de ER terug te trekken. Dat was tegen dovenmansoren gezegd. Hij deed het en plein public. Het had hem erg hoog gezeten, want slechts luttele minuten later zag ik hem met een gelukzalige trek om de ogen en wijd opengesperde mond, al snurkend weer op zijn bed liggen. Even verderop lag een oogverblindende Aziatische schoonheid groggy te wezen. Ze probeerde met alle macht haar zwalkende rechterhand, met daarin haar IPhone, stil te houden. Op haar rechterkuit en  bovenarm prijkten indrukwekkende tattoos. Ze droeg designer kleding. Laat in de middag stond er opeens een jongeman naast haar bed. Zij had niks aan die kerel. Hij was zo onder indruk van wat om hem heen plaatsvond, dat hij noch oog, noch oor voor zijn vriendin had. Ze zagen er allebei uit alsof ze vroegtijdig een Housefestival hadden moeten verlaten. Met inneming van een waarschijnlijk onbeperkte hoeveelheid genotmiddelen. Het was duidelijk dat ook zij op de verkeerde plek beland was. De dokter wilde ons daar 24 uur houden. Mijn medereiziger voelde daar niets voor. Ik kon haar geen ongelijk geven. De romantiek van een tv-serie was hier ver te zoeken.

Innovation Award GGZ PLUS

Eén dag voordat mijn twintigste studiereis naar New York zou gaan plaatsvinden was ik uitgenodigd op het congres van GGZ+ in Den Haag. Ik geef toe, ik hoor ook bij de maatschap GGZ+, maar de prijs werd toegekend door het publiek, dus dat feit telt niet. Mijn studiereizen naar New York en dan met name voor Consumers waren genomineerd voor een Award. Acht jaar heb ik aan het Lerende Concept van de reizen gesleuteld en toch leer ik, net als de deelnemers, elke reis weer wat nieuws. De reizen hebben op een schaal van 0 tot 5 nooit lager dan een 4 gescoord, meestal zelfs 4.5 en hoger. De eerste reis voor alleen consumers in mei 2011 was een regelrecht succes. De sprongen die de deelnemers in hun Herstel hebben gemaakt zijn fenomenaal. Op YouTube onder de titel ‘Rokus Loopik Learning Experiences’ kunt u daar een mooie animatiefilm over vinden van Nick van der Plaat. De animatie laat een selectie zien van de resultaten van mijn Lerende Reizen.

Ik preek niet graag voor eigen parochie en dus had ik Jerry gevraagd een presentatie van 15 minuten voor mij waar te nemen. Jerry was 1 van de deelnemers aan de Consumer Tour in mei 2011. Zijn voordracht was alles wat je van een natuurtalent mag verwachten. Een onnavolgbaar verhaal over ervaringsdeskundigheid, herstel, recovery, rehabilitatie. Alles waar je kippenvel van krijgt en wat je nooit meer gaat vergeten. Jerry gaat het ver schoppen in de Geestelijke Gezondheidszorg. Een jaar na terugkomst uit NYC heeft hij een zeer belangrijke baan bij GGZ Altrecht weten te bemachtigen. U gaat in de hoedanigheid van projectleider Consumer Initiatives nog veel van hem horen. Jerry Rocks. Ik ben hem eeuwig dank verschuldigd. Hij sleepte met zijn voordracht de eerste prijs in de wacht. De eerste in mijn loobaan van dertig jaar. Wij hebben het prachtige kunstwerk overigens nog ter plekke geschonken aan Michael. Die was ook mee in mei. Hij is inmiddels voorzitter van zijn zelf bedachte Stichting Peer2Peer. De prijs komt te hangen in zijn kantoor aan de Oude Gracht in Utrecht. Op een prominente plek. Als bewijs van de mogelijkheid van een wonder in ieders leven. Zonder- en/of met een so called handicap.

Alvin and the Chipmunks

Henk Schreurs en ik liepen over Massachusetts Street in Lawrence, Kansas. Wij hadden net geconcludeerd dat ook hier mensen ‘in need’ rondlopen. Een nog jonge, ogenschijnlijk door een verslaving getekende vrouw, vroeg ons om kleingeld. Haar weinig symmetrisch en bijna kaalgeschoren vriend informeerde vanuit zijn mondhoek, zittend op een bankje, hoeveel ze had geïncasseerd.  Slappe kerel. Een beetje vent knapt dat vuile werk natuurlijk zelf op. Niet veel later kwamen wij Damian tegen. Hij maakte een vriendelijke opmerking over mijn Tweed colbert en het gegeven dat hij er ook één bezat. Damian was 22 jaar oud. Hij had geen ouders meer en woonde af en toe bij zijn grootouders in Lawrence. Al vier jaar reisde hij als straatmuzikant door de staat Kansas en hij kon er desgevraagd makkelijk van leven. Damian was niet dakloos. Of misschien toch ‘more or less’. Hij diepte iets uit de binnenzak van zijn jack.  Een Italiaanse dame had hem haar huissleutel in vertrouwen meegegeven. Die huissleutel hing aan een sleutelhanger waaraan een klein pianootje bevestigd was. Hij was er maar wat trots op. Damian straalde een jeugdige onbevangenheid uit. Eigenlijk was ik in afwachting van de onvermijdelijke vraag om ‘small change’, maar die kwam niet. Damian was in voor een goed gesprek.  Over muziek. Hij vertelde dat hij deze zomer in Bakersfield, California geweest was om daar te spelen. Ik vertelde hem dat ik die stad kende. Uit een muziektrack. Naast ‘To be, or not to be’, van William Shakespeare, één van de weinige Engelse teksten die ik moeiteloos en met hoog Deeldertempo kan oplepelen, simpelweg omdat ik die op jonge leeftijd in mijn kop gestampt had.  “I was driving home, early Sunday morning, through Bakersfield, California, listening to the gospel music on the colored gospel radio station. And the preacher said; You know you always have a Lord by your side. So I ran twenty red lights in his honor. Thanks you Jesus, thank you Lord! Damian baalde toen hij hoorde dat het een Stonesnummer was. Hij moest toegeven dat hij het nummer niet kende.

Evenwel. Daarna ging het hek in hem goed van de dam, want Damian kende ook wel een paar teksten uit het hoofd, waaronder the Witch Doctor van Alvin and the Chipmunks.

Henk raakte op dat moment van de kook door zoveel vriendelijkheid en dat allemaal in een tijdsbestek van 5 minuten. Hij stond zichtbaar te genieten. Damian was een bijzondere en aardige gast. Evengoed, ondanks zijn positieve inborst had ik ‘a gut feeling’ dat er in Damian meer melancholia rondwaarde dan op het eerste oog te zien was. Wij sloten het gesprek af door hem te vragen of het respectloos zou zijn als wij hem 5 dollar zouden offreren. Ter financiering van zijn nieuwe piano. Een Fender Rhodes.

I am happy I mentioned your fancy  jacket, zei Damian lachend en hij gaf ons een stevige high five. Henk en ik niet minder.  Je kunt in 5 minuten van iemand gaan houden.

 

 

 

Hou van het leven, leef van de liefde.

 The Big Easy. New Orleans. Ik was er om een conferentie over Housing First bij te wonen. ‘Huisvesting Eerst’ is een succesvolle methode om mensen met verslavings- en psychiatrische problematiek, verspreid over de stad, tussen gewone burgers te huisvesten. Vijfentachtig procent van de mensen die via deze inventieve methode gehuisvest worden, woont na twintig jaar nog steeds zelfstandig. Het model wordt over de hele wereld toegepast. En geloof mij, die mensen zijn gek en verslaafd, of allebei. En dat bedoel ik niet oneerbiedig. Maar dan begrijp je beter wat ik bedoel. Dit is een bijzonder model. De conferentie heeft mensen uit alle delen van de wereld naar deze stad gelokt. Sam Tsemberis, de bedenker van Housing First, stelde dat wij de oorlog aan dakloosheid zouden moeten verklaren. “Because governments finance wars!”.

De bijnaam van deze stad draagt het in zich, mensen zijn hier bijzonder vriendelijk en gemakkelijk. Zelfs mannen worden hier door mannen met ‘Sweetie’ aangesproken. Dat voelt als een warme deken. De binnenstad is gebouwd door de Fransen en Spanjaarden. En hoe kan het ook anders, dat zie je vooral in de wijk ‘the French Quarter’ terug. Prachtige monumentale huizen, fenomenaal hekwerk en tot de verbeelding sprekende veranda’s, uitgedost met een veelheid aan gekleurde bloemen. Een stadsdeel dat je volgens veel New Yorkers niet zou mogen verlaten, omdat je dan het risico loopt aan criminaliteit ten prooi te vallen. Niks van gemerkt trouwens.

Hurricane Katrina is hier na 7 jaar nog steeds onderwerp van gesprek. Het aantal daklozen in de stad is na die orkaan opgelopen tot tienduizend mensen. Veel middle class huishoudens waren niet of onvoldoende verzekerd en zijn alles kwijtgeraakt. Tijdens een fietstocht door de stad, op de laatste dag van deze studiereis, drong de volle omvang van het daklozenprobleem in deze stad zich aan ons op. Het voetpad langs de Mississippi lag vol met mensen die er bijzonder slecht aan toe waren.

Ik heb er weinig nachtrust genoten. Recht onder mijn hotelbalkon huisde een Ierse Pub. Op zich niks bijzonders, Ieren vind je overal in de wereld, ware het niet dat die tent 24 uur per dag open was. En die gasten maken evenveel lawaai als ze drinken. Op één van mijn slapeloze nachten liep ik er Mark tegen het lijf. Hij was op zijn 13e levensjaar door zijn ouders verlaten, woonde in een kindertehuis en was vijf jaar dakloos geweest. Voldoende reden om op zijn minst een gezond wantrouwen jegens de samenleving op te bouwen. Mark stond er daarentegen monter bij. Hij was goedlachs en praatte honderduit. Ondertussen werkte hij een machtige hoeveelheid ‘Whiskey Sour’ naar binnen, een nogal populair drankje in the Big Easy. Toen bij mij het licht uitging was ik nog net wakker genoeg om mijn oog op één van zijn vele tattoo’s te laten vallen. ‘Hou van het leven, leef van de liefde’ stond er prominent op zijn linkerarm. Gezet na een onstuimige liefde in België. Ik heb er nog een ‘Margarita’ op genomen. Zonder zout.

Herstelvakantie met rode wijn

Met Mr. Bojanglesop de speakers door de Bourgogne rijden, terwijl links en rechts diepgele koolzaadvelden voorbijschieten. Dat heet met recht geluk. Daar rij je een blokje voor om. Ik woon deze week met 2 hulpverleners, Mike (the Handyman), Joep (the Certified Peer Specialist) en 4 cliënten 5 dagen in mijn huis in Frankrijk.Ik ga daar nooit prat op, op dat huis. Behalve voor deze keer. Mijn vriend en collega Harry Gras en ik hadden bedacht dat het aanbieden van een korte vakantie wel aan zou slaan bij mensen die een forse duw van het leven hebben gekregen. Zo’n trauma kan variëren van een psychiatrisch probleem, dakloosheid, tot een verslaving. Of combinaties daarvan. Spreken in ziekelijke termen laat ik verder achterwege. Dat gaat niet over Herstel. We hebben vooral gesproken over dromen en toekomstperspectieven.

Dromen

Dat gaat eigenlijk vanzelf als je met 8 mannen een huis deelt in de campagne, ver weg van de bewoonde wereld. Je kookt samen, je eet samen, je wast samen af en je werkt samen een klussenlijst af. Geen coffeeshop in de buurt. Een dagstructuur dringt zich dan vanzelf  op. De zon komt op en gaat weer onder. En ’s nachts zingt de Nachtegaal. Dan kan het zomaar gebeuren dat die structuur en naastenliefde zijn vruchten af gaat werpen.

The trail is the thing

Elke dag, bij het ontbijt, las ik een kort Amerikaans Herstelverhaal voor. Jaap had er een duidelijke mening over: “Ik heb geen zin meer in therapie, ik ben sufgeluld over wat wel en niet mag in de klinieken. Dus laat dat maar achterwege.”  Dat boek, The Trail is the Thing, is het beste boek over Herstel dat ik de laatste jaren heb gelezen. Ik gebruik het bij elke gelegenheid en lees ook mijzelf elke ochtend een krachtig verhaal voor. De dag kan voor mij dan niet meer stuk. Met een mooi woord heet zoiets priming. Een rooskleurig toekomstbeeld kan maar één kant op; de rooskleurige kant.

Rode wijn

Het miste zijn effect ook in deze week niet. Zelfs Jaap begon er na twee dagen schik in te krijgen. Elke dag was er wel iemand in de groep die mij er aan herinnerde om het verhaal voor te lezen. Evenwel. Midweeks moest er natuurlijk wel iets mis gaan. Mohamed had bij de Carrefour twee flessen rode wijn gekocht. Zogenaamd voor de chef van zijn werkplaats. Die vond ik ’s avonds leeg terug achter een stapel beddengoed. Mij neem je na dertig jaar verplegen niet meer in de maling. Mohamed maakte een bijzonder lange nacht, waarna hij besloot verder niet meer te drinken.

Pinnen

Op de laatste dag vierden wij 48 uur droogstand voor Mohamed en Leroy. Na het voorlezen van  een verhaal over het geven van complimenten, schonk ik Jaap het boek. Hij was ontroerd en sprak een indrukwekkende afscheidsrede uit. Onderzoek heeft uitgewezen dat psychosen twee keer vaker voorkomen in dichtbevolkte gebieden, dan op het platteland. Ik heb Mohamed die laatste 48 uur niks geks meer horen zeggen. En Jaap, die wilde niet meer naar huis. “Eigenlijk mis ik hier alleen nog een Postbankpinmachine.”

photo credit: paraflyer via photopin cc

Validation and the Bucharest Learning Experience April 2012

SAMUSOCIAL

Robert was not the kind of person you will miss, standing in line, waiting for the services that SamuSocial offers homeless individuals in Bucharest. He simply looks to well taken care of and you know instantly that there should be no reason for him to join the 5000 homeless individuals in this city. Medaline, the driver from the SamuSocial Outreach Team, took Robert to the main office, where I had the opportunity to speak too him for a few hours. His brother, Marius, was with him. Respectfully, he sat just behind Robert at first. I had to ask him to join us at the table. Robert started out by telling that he and his family, a mother, a sister and Marius had been homeless for 7 years. When Ceauceşcu ruled this country his regime disowned house owners to give these houses away to people in need of housing and members of the communist party.

After Ceauceşcu was executed in 1989, the original house owners came back and many people became homeless.                                                 Like the family of Robert. Robert showed me the original form that evicted his family from their home in 2005. It turned their world upside down. Of and on they can stay at an uncle’s home. Unfortunately his wife suffers from alcohol addictions and often her behavior is so bad, the family has to leave the house.  A Protestant church offers them shelter for a few weeks.

Marius and Robert

Robert is in no way a role model for someone  who is down on his luck. During this study experience we have seen people crawling out of holes in the ground during our night Outreach. We have seen and met a lot of people begging for money in most various ways. One young girl with a burned face even took her pants off and sat down on the street in a crowded shopping area to show us her totally burned body. It was hard to imagine her body was once a temple and carried the promise of new life. I saw an old Roma woman whom I had spotted in December 2011 too, when we came to prepare for this tour. Her legs showed the same outrageous wounds. Her situation seemingly did not get worse over three months.

All this, combined with the hundreds of stray dogs and dirt in the streets, you wonder why nothing is being done on a much wider scale to solve all these problems. How can a government expect that people feel proud about their city and country if neglect is a common thing?! It makes people ignorant and passive. At the same time I realize that reasoning back, in time, homelessness in Bucharest is not a ‘Bucharest thing’. We, as the World, are responsible for homelessness in any city. And we have to find ways to solve this global problem. A humble silence took over in the minds of members of my group. Every day. In the evening it took a lot of talking and reflecting to make this experience understandable and something to deal with.

Stay in line

Robert stated that it is probably going to take two to three generations to make the communist phantoms disappear. In his memory ‘lines’ have a special meaning. During the Ceaucescu period standing in line was a daily routine. People had to wait for almost anything. Food, public transport, clothes and cars. To become the proud owner of a Dacia you had to get a place on the waiting list. Then you had to wait for years to get a higher ranking on the same list. Once you had a car and thus a number plate, it was only allowed to drive your vehicle on certain days of the week. The number on your plate would tell you which days. On the last day of our study tour we took Robert to the ‘People’s Palace’. I could see he felt uncomfortable at some moments. Although he stated that this was ‘his house’ too, he had no reason to believe that he could benefit from that, at that very moment. But Robert is a special person. He has every reason to be low on self esteem and being cynical. Instead, I met a proud young man, trying to hold on to what life is meant to be. Reaching to your full potential, connect with people and strive for love and happiness.

Dreams

Robert follows French and English classes at the local University. It is astonishing how many general knowledge Robert can demonstrate for a young man who on only one occasion left the city and country where he was born. He spent four months with the Red Cross in Spain, hoping to find a job. He left because of the 20% unemployment rate in that country. There was no way he could find a job. Robert believes in God. His favorite verse is Jeremiah, verse 10. ‘Don’t be afraid, because I am.’ He dreams of having his own Foundation. It will carry the name ‘Life Flame’. He wants to help people who are in the same position he and his family are at. And, Robert wants what every human being wants. A house which he can call home, a relationship and kids. One of my group members talked to a woman in the SamuSocial Drop In Center on the following day. After a while she found out that she had been talking to the mother of Robert, who spoke so proudly of her sons. There is no such thing as coincidence.

Validation

My group stayed in Bucharest for 6 days. We have visited several programs. Programs that are carried out by highly motivated workers and people with great determination to solve the problem of homelessness. To help people with multiple challenges. We were moved by their wholehearted actions. Our gratitude goes out to Aras, Obregia Hospital, Estuar, Parada, Casa Ioana and most of all, to our friends from SamuSocial. They have made this event into something one will never forget. The people of Bucharest understand the Art of Hospitality like no other nation. They have been suppressed long enough, to understand that solidarity is the key to a dignified life. Robert is showing us how this is being done. By Validation.

 

To experience what ‘Validation’ means, go see YouTube!

 

Christmas Dreaming in Bucharest

Christmas is a universal happening. Cities are decorated to the need and greed of consumers.  All done to make sure people buy, buy and buy again. Bucharest differs, in that respect, not of other cities. However. This Christmas Show stands in stark contrast with the less fortunate in this city. And there are so many. Bucharest counts 5,000 people homeless individuals and families, from very young to very old. My pal and colleague Harry Gras has been coming here for many years. His efforts to help out friends and homeless individuals in this city have been almost relentless.  His aim is to leave the money we have too much in the West. We traveled to Bucharest to prepare for a study tour in February 2012. A part of the registration money for that tour will be donated. Thus we support our colleagues and friends from SamuSocial. SamuSocial is an NGO (Non Governmental Organization). A club of 22 altruistic people, who row with minor belts 24 hours per day.

Once you leave the old center of Bucharest, the desolation in this city takes over. The demagogue Ceausescu is still widely represented, in the form of drab, similar residential bunkers and an outrageous Palace. The poverty is dripping of the roofs, windows and walls. The street scene is completed by tons of street dirt and hundreds of earmarked stray dogs. We visited the Missionaries of Charity. Two beautiful villas, situated in the midst of a residential area. You can only reach them by taking a muddy and bumpy road in a very slow pace. Brother Genaro allowed us to speak to some of the residents. Men with half, festering or broken legs and a much to young man affected by Alzheimer. People who can’t stay anywhere else. Because they have no one else in this world. One of the villas was empty, because Brother Genaro can no longer pay for gas, water and light.

We visited a hospital where people with infectious diseases are likely to find their Waterloo. At the front door they discouraged us to enter the worn off building. In earlier years I was vaccinated against TB and according to Harry you’re protected for life. So, I took the risk, because Ilie, a very dignified and friendly man, dressed in something that once was a bathrobe, shook our hands and invited us for a tour through the building. Then you are presented a glimpse of the appalling living conditions in this hospital. It is like entering a documentary. Sleeping rooms with six beds, with people who, judging by the color of their face, are not having a long life expectancy. Our guide had tried to lighten up the room a bit, with a few Christmas branches. On such a day a humble silence overtakes your thinking.

I have also seen the Ceausescu Palace, I believe. That is of such a size and arrogance, that it is difficult to understand that such a thing really exists. We did a tour of two hours and the guide stated that we only had seen 5% of the total building. At the main gates veterans were demonstrating against poverty.

There is an extraordinary thing about poverty. People who are affected by it share more and in better fashion. People are willing to donate their last meal to you. That is why traveling to Romania is compulsory for Western people and Health Care Workers. To witness the shear determination and passion of all the friends and colleagues we met in Bucharest. So we never forget that prosperity is not comprehensible.

In a restaurant that goes by the name of ‘ Moments ‘ Frank Sinatra sang “Christmas Dreaming” during our dinner in the evening. We are going to leave this city full of contradictions. Traveling home, to celebrate the feast of Christmas in the womb of our families. A few hours before we left we visited the state hospital for the second time. We donated some of our money to Ilie. To offer him and other residents the possibility of something that feels like Christmas. Images that will stay engraved on your retina.

I am confused and in need of contemplation.

I believe that is what Christmas is for.

 

Rokus Loopik

December 2012

Column for ‘Het Straatjournaal’

The Street Journal of Haarlem, the Netherlands

Courtesy: de hoffelijkheid van daklozen in New York

de hoffelijkheid van daklozen in new york - amerikanen hebben coutesy hoog in het vaandel

You go to sleep with everything and you wake up with nothing.

 
Deze uitspraak kreeg ik mee toen ik de moeite nam om een dakloze man aan te spreken. Hij hield de deur voor mij open van een Starbucks op 7th Avenue in New York. In ruil voor die dienst vroeg hij mij wat klein geld. Hij vertelde dat hij er niets voor voelde om in een opvang voor daklozen te slapen:

“Daar laat je een hond nog niet slapen”

Het aantal daklozen in New York is de laatste jaren gelukkig fors gedaald. Het feit dat meer instellingen meer met elkaar samenwerken geeft meer goede resultaten. Het Departement van Daklozen Diensten heeft het heft in handen genomen en maakt in deze stad de dienst uit. Als er niet wordt samengewerkt en er geen resultaat geboekt wordt, dan krijg je als instelling simpelweg geen geld en contract meer. ‘Resultaat’ wordt heel praktisch vertaald in het aantal mensen dat je van straat haalt en van straat kunt houden. Hoe simpel kan het zijn.

Evenwel. De economische recessie is nog lang niet voorbij. De instellingen die zich met daklozen bezighouden worden de komende jaren flink afgeknepen.  Het aantal daklozen, alleen of families, zal daardoor flink gaan toenemen. Dat is de verwachting. En toch blijven New Yorkers onvoorwaardelijk positief. Dat zit diep in de volksaard verankerd. Als je bedelt, dan stel je daar een dienst tegenover. Voor niks gaat hier alleen de zon op. En dus houdt je de deur voor iemand open of je beult jezelf voor een paar bucks af door de stoep voor een winkel van een paar meter sneeuw te bevrijden.

Hoffelijk

Op de voorlaatste dag van onze studiereis bezochten wij The Living Room. In New York heet zoiets een ‘Drop in Center’. De taxichauffeur die ons bij het Inloopcentrum wilde afzetten was er niet gerust op. Of we zeker wisten dat wij op dit adres afgezet wilden worden? “Ik kom hier eerlijk gezegd nooit en dat zouden jullie ook niet moeten doen.” Volgens Ralph Acevedo van the Bronx Works valt het allemaal wel mee. Statistisch gezien ben ik het met hem eens. Tijdens de 8 studiereizen die ik in de afgelopen 7 jaar gemaakt heb is mij niet 1 keer iets overkomen. Sterker, de hoffelijkheid van New Yorkers is zo overweldigend, dat zoiets voor een gemiddelde Europeaan eenvoudig niet te begrijpen is. En toch blijven wij maar roepen dat Amerikanen oppervlakkig zijn.

‘Ik spreek thuis, in mijn vrije tijd, nooit zomaar iemand op straat aan’

liet Hans Pijp, een meegereisde daklozenpsychiater mij weten. “Hier doe ik niet anders en ik heb de leukste ontmoetingen, elke dag!” In een inloopcentrum vol met hardcore daklozen verwacht je weerstand. Tegenzin om met pottenkijkers te spreken. Niet in the South Bronx. Je krijgt er een nette rondleiding, in een nette omgeving. Want een nette omgeving heeft een helende werking op je geest. Voor wie nog twijfels heeft over waar Amerikanen voor staan. Bekijk een politieauto van the NYPD. Zij hebben ‘Courtesy’ hoog in het vaandel staan. Letterlijk.

Ending among the Stars

Connie. I met her the day before the Rudle Conference. I would speak about stigma and how people with a psychiatric label can turn away from it. The Conference was in Stord, Norway. Connie lives in Norway and before that she lived in Canada. She is fluent in English.
 

Connie was depressed for five years

 
She experienced misery up close and actually her recovery was still in its early stages. She was pleasantly surprised and amazed when I asked her to work with me. A few hours before we were to go on stage, we discussed our performance. To be honest, I was a bit worried. Connie’s breathing sounded like that of a marathon runner after the 30k limit. Despite the mindfulness course she took.

The Mental Health Association of Southern Pennsylvania, an organization run by consumers, read out an empowering message at the beginning of each day. They were meant to provide people with the power to turn the day into a memorable one. Providence made me bring one of these stories to Norway.

“Ending among the Stars.” Connie wanted to read out that message during our performance.

*  I love and accept myself and I am worthy of love.

*  I am a unique, peaceful and free being.

*  I am safe and protected.

*  I am joyful…grateful, …loving…

*  I am a forgiving person.

*  It is safe for me to give and receive love.

*  I am talented and successful in all that I do.

Some people say affirmations before each meal. Some start their day with

a new affirmation. Others end their day with a positive thought. The more

We use affirmations; the more we’ll find ourselves in a positive place

that will support us, especially as we find ourselves ‘among the stars’.

The proverbial needle. That’s what you could hear falling during Connie’s presentation. Many felt like crying. I was one of them. Connie took the opportunity to explain to the audience how she, at a certain moment in her life, had felt like drowning in a mental marshland. And how much effort it takes people with a psychiatric label to think of something positive about themselves.
 

Connie’s story gave us goose bumps

 
The audience treated her to a standing ovation, again and again. And Connie had the feeling she went to the moon and back. The day I got home, Connie sent news. She had opted for a job at a local Outreach Team as a peer worker. And she probably will get that job.

“You made me feel like I was on top of the world, somewhere among the Stars!”

In fact I had nothing to do with it. Connie was the Star. And that is the way it should be.