Hoe gaat het nu eigenlijk met Paul? (12)
Ik ben op weg naar Paul die in de gevangenis zit in Alphen aan den Rijn. Het is 7 mei 2021.
Ik stel me voor aan de baliemedewerker die achter gepantserd glas zit en leg mijn paspoort en mijn naambadge in het bakje voor de check.
-Al eerder hier geweest?
-Ja
-Psycholoog?
-Ja
-Hoe was de naam?
-Kole, K, O, L, E.
-Dat is wat ik wilde horen.
Ik loop naar binnen en mijn 1 euromunt heb ik al in mijn hand voor de locker.
Locker nummer 14. Johan Cruijff, denk ik. Dat magische nummer vergeet ik nooit meer.
Ik heb verder niks bij me en ga soepel door de security check heen. Ik word aan de andere kant door een bewaarder opgevangen, omdat het elektronische systeem stuk is. De bewaarder vraagt hoe het is en het onderwerp daarna gaat natuurlijk over Corona.
-Deze weg is weer eens iets anders.
-Ja, zegt dat wel.
Ik word begeleid naar de spreekkamer. De kamer is helemaal wit en aan de muur hangen twee foto’s van het strand.
Het duurt even voordat Paul er is. Ik sta op, loop naar het raam en kijk door de tralies naar buiten. 22 uur op cel, mompel ik. Ik loop naar de foto’s en bekijk ze van dichtbij. Ik zie mensen aan het strand zitten en liggen.
Het geluid van een dichtslaande deur op de gang. Aha, denk ik, dat moet Paul zijn.
Paul komt binnenlopen. Hij ziet er vlot en casual gekleed uit. Zijn gezichtsmimiek straalt kracht en blijdschap uit. Hij heeft wel iets weg van Johan Cruijff met zijn slanke pezige lijf. Met een twinkeling in zijn ogen zit hij tegenover me.
-Hoi Harry, te gek man dat jullie me komen opzoeken. Duurde het lang? Ik was aan het luchten. Ik had net Marnix aan de lijn, ik bel altijd Marnix en Rokus, dat vind je toch niet erg?
“Natuurlijk”, zeg ik (met een strenge blik).
Hij kijkt me aan en ik begin te lachen.
-O, gelukkig.
-Kan jij praten met een zachte G?
Moeiteloos zegt hij twee zinnen op zijn Maastrichts en we lachen allebei.
-Paul wat maakt nou dat je twee keer dakloos bent geworden? Wat zegt dat over jou”?
-De eerste keer was ik 10 jaar, dat vertel ik je nog wel een keer. De tweede keer kwam ik uit detentie en ben ik naar mijn invalide moeder gegaan. Ik tikte tegen het raam en riep doe gauw open, ik ben ontsnapt! Ze was ondanks haar handicap heel snel bij de deur, grapje!
Mijn moeder is een schat ze heeft me heel vaak opgezocht. Zat ik op cel, kwam ze aan met de rolstoel. Moet je je voorstellen met een rolstoel met het openbaar vervoer. Ja, dat mensje was er onvoorwaardelijk voor me. Ze was 39 jaar samen met mijn stiefvader. Mijn stiefvader heb ik toen hij heel ziek was helemaal verzorgd. Ik heb zijn kont afgeveegd, de poep zat overal. Hij werd steeds knorriger en zijn echte zoon ging zich er steeds meer mee bemoeien. Ik werd weggezet als de junk, de slechterik, zo voelde ik dat. Op het laatst zei hij: Ik wil dat je om 22:00 uur thuiskomt en anders kom je er niet meer in. Een man van 47! Ik kwam dus een keer om 22:15 thuis. Deur dicht, ik kwam er niet meer in en toen had ik zoiets van krijg allemaal maar de schijt.
Toen heb ik hem drieënhalf jaar niet gezien. Ik hoorde via zijn zoon dat hij wel een paar keer naar me had gevraagd. Toen hij was overleden heeft zijn zoon en mijn vriendin, waar ik toen bij woonde, mij overgehaald om te gaan. Ik ben geweest en eerlijk gezegd deed het me niet zoveel. Ik ben toen verhuisd naar een kamer boven een cafetaria en kreeg werk via de gemeente Soest. Je weet wel, dat waren van die banen dat de werkgever en de gemeente de helft betalen. Eén keer kwam ik te laat.
Paul praat er snel overheen waardoor het lijkt dat er meer gebeurd is. Hij vertelt verder.
–Ik hoefde niet meer terug te komen. Ze hebben toen mijn uitkering voor drie maanden geblokkeerd. Ik had nog tegen ze gezegd, betaal alleen mijn huur, de rest van het geld mogen jullie hebben. Nee, was het antwoord, regels zijn regels. Ja, toen dacht ik, ik ga naar Amsterdam en bedel de huur bij elkaar. Eén dag werd weken en weken werden maanden en maanden werden jaren.
Harry, verdomme, ik wil wat terug doen als ik eruit ben, het is toch niet normaal wat jullie voor me doen. Lezingen of zoiets. Nee, echt ik meen het.
Het gesprek gaat verder over C3 Living van Peter Broekmans, en een mogelijk nieuwe woonplek. Over zijn flexibiliteit, we praten over zijn seksuele behoeftes, over zijn maatje die bij hem in zijn cel zit en voor de tweede keer ISD heeft. Ook hebben we het over Auschwitz waar we beiden geweest zijn. Het gaat over vrijheid.
Terug in de auto zit ik vol met energie. Gek eigenlijk de sprankeling van Paul, de twinkeling in zijn ogen. De opgewektheid en de magie. Dit is een ander soort vaccinatie die ik eenieder zou willen gunnen. Terwijl ik dit aan het typen ben zie ik zijn gezicht voor me en er komt spontaan een glimlach op mijn gezicht. Ik ga tussendoor even naar mijn mailbox en open een nieuwe mail. Ik krijg deze mooie Quote:
Harry Gras, 7 mei 2021