Hoe schrijf je een verhaal over iemand met wie de kennismaking nog maar net begonnen was, en die bijna tegelijkertijd abrupt werd afgebroken? Kitty, zijn moeder, had mij gevraagd hoe ik voor de gesprekken met haar zoon betaald wilde worden. Ze wilde niet dat ik het voor niets zou doen. Ik wel. Sinds ik toetrad tot de 800.000 Hollandse ZZP’ers bepaal ik zelf door wie en wanneer ik wel of niet betaald wil worden. En dan kom je er soms op uit dat je niet wilt verdienen aan andermans misère. Omdat je hart en de wereld daar om vragen. Een andere economie.
De eerste keer dat ik Frits ontmoette, in Utrecht, zeiden we niet veel. Na 35 jaar mensen spreken kan ik die stilte goed verdragen. Ik raak er niet meer van in paniek. Bovendien: die stilte, daar kan geen goedbedoelde hint tegenop. De vingerwijzingen kunnen mensen, na vele jaren van hulpverlening, wel dromen. Die hebben ze niet geholpen. Bemoeizorg is jezelf de vraag stellen hoe je er voor zorgt dat die persoon morgen weer bij je terugkomt. Dat is wat telt. Het vertrouwen dat je problemen niet eenzijdig, maar samen oplost.
Frits en ik hadden een match. Natuurlijk, er ontvouwde zich een leven dat zich kenmerkte door een langdurige spiraal van eenzaamheid en een allesoverheersende onzekerheid. Maar niet onoverkomelijk, volgens mij.
Bij de tweede ontmoeting zag ik Frits in beteren doen. Hij vertelde dat hij gestopt was met blowen. “Ik voel mij stukken beter! In september ga ik mijn studie Japans weer oppakken.” Terloops meldde hij ook dat hij van plan was zich op te geven voor mijn Herstelreis naar New York, in september. A Recovery Crash Course for Peers in 8 Days! Iets wat hij diezelfde avond in een sms-bericht bevestigde. Ik stelde mijzelf ten doel om Frits als een ander, meer compleet en minder eenzaam mens terug te laten keren. Voor minder doe ik het niet.
Evenwel. Frits gaat niet mee naar New York. Hij is voor een trein gesprongen.
Ken je de rouwverwerkingsstadia van Kübler-Ross? Ik geloofde het niet. Ik werd verdrietig en toen weer boos. En dat is nog niet over. Kitty had het eerder en uitgebreid met hem besproken. Omdat hij er met niemand anders over kon praten, zonder weer allerlei goedbedoelde suggesties te krijgen.
In New York heb ik eens 20 stabiele mensen-met-een-label interviews afgenomen. Driekwart stelde na het interview dat ze ondanks alles één probleem hadden dat niet door de hulpverlening kon worden opgelost: eenzaamheid.
En Frits? Frits was te intelligent, te aardig, te zachtmoedig, te talentvol en te kwetsbaar. Ik heb hem niet kunnen helpen.
En daar heb ik de pleuris over in.
Ik gun iedereen zijn of haar keuzes. Maar deze schifting went nooit. Mijn hang naar het leven is te groot. Ik ben een romanticus. Vechten tegen eenzaamheid. Mensen gelukkig maken.
Voor mij. Voor Kitty. Voor Frits.
“Eén probleem dat niet door de hulpverlening kon worden opgelost: eenzaamheid.” http://t.co/uiLWeWoEYi – @rokusloopik blog
RT @sonjavanvuren: “Eén probleem dat niet door de hulpverlening kon worden opgelost: eenzaamheid.” http://t.co/uiLWeWoEYi – @rokusloopik bl…