– Gastblog van Wilma van Tuyl
Een vriendin en ik vliegen van Ibiza naar Nederland. We hebben net een achtdaagse stilte retraite gedaan. Marijke, een van de deelnemers, vraagt of ze een taxi naar het vliegveld met ons kan delen. Ze heeft toevallig dezelfde vlucht terug. Ja, natuurlijk kan dat.
Niks aan de hand zou je denken.
Maar Marijke zit middenin een psychose. Een paar dagen eerder is ze terechtgekomen in een 24/7 rollercoaster van emoties en angsten en ze verliest met het uur de grip op de werkelijkheid.
Niet te stoppen, hysterische lachbuien, intens verdriet en bodemloze angst en woede: het hele scala aan menselijke emoties dendert als een trein aan ons voorbij.
De nacht voor vertrek loopt ze schreeuwend en nauwelijks gekleed op het strand en moeten we haar steeds terughalen. Ze slaapt of eet nauwelijks meer en houdt ons behoorlijk bezig.
In de liefdevolle omgeving van de retraite is Marijke’s gedrag nog net op te vangen. Maar zodra we vertrekken van de camping, weg van de beschermde wereld, is een ding duidelijk: dat wordt geen voorspelbare reis. Dat blijkt later het understatement van het jaar.
Ik heb geen ervaring met psychoses, al is de psychiatrie mij niet helemaal onbekend.
Op weg naar het vliegveld, maak ik me zorgen: hoe moet dat straks in het vliegtuig? Ik reis gelukkig niet alleen, maar in het gezelschap van een goede vriendin. Dat was zo bleek later, hard nodig.
De hel waar Marijke voor en tijdens de vlucht doorheen gaat, komt dicht bij die van de isoleercel waarin ze ooit -21 jaar geleden- heeft gezeten.
Zelden zag ik zo scherp de scheidslijn tussen twee werelden die wij liever gescheiden houden: die van de psychiatrische mens die wij als ziek of gek bestempelen en de normale, gezonde wereld. Het is een dunne lijn, weet ik.
Voor onze medereizigers is het een reis die ze niet snel zullen vergeten.
Niets is zo beangstigend als 2,5 uur in een ruimte te moeten zitten met iemand die geen enkele rem meer heeft. Je ergste nachtmerrie komt uit.
Opgesloten met een gek in een vliegtuig. Tien kilometer boven zee.
Ik moet praten als Brugman om haar het vliegtuig in te krijgen. Transavia wacht niet. Medereizigers volgen ons met grote ogen, nerveus en onrustig.
Of ze negeren ons en kijken weg, in de hoop dat we niet bij hen in de buurt zitten. Ze zijn bang voor wat er zich voor hun ogen afspeelt.
De wereld is een open inrichting, maar we doen alsof dat niet zo is.
Marijke wil perse bij de piloot zitten en probeert de deur van de cockpit te openen. Ik haal haar steeds opnieuw uit het gangpad want ze moet in haar stoel. Riemen vast is voor haar onbespreekbaar, een no go area. Dat hebben ze haar eerder geflikt, 21 jaar geleden. Dat nooit meer.
Ik handel op pure intuïtie en wissel speelsheid af met zachte dwang. Nu ben ik gewoon streng: de riemen moeten vast. Maar ik praat vanuit het hart.
Dat werkt en ze luistert naar me. Ze is niet gek.
Een deel van de reis brengt ze op het toilet door, waar ze door de wc-pot naar haar demonen daar beneden schreeuwt. Dat ze haar niet zullen krijgen. Nooit meer. Wat ik zie snijdt dwars door mijn ziel.
Ik wissel blikken met mijn vriendin: wat is wijsheid? We maken ons zorgen dat ze vastgebonden wordt in haar stoel. Of erger.
Dat is het laatste wat Marijke wil. En ik ook.
Ze heeft vanaf het begin van haar psychotische aanval maar één ding voor ogen: zonder medicijnen deze aanval doorstaan. En ik wil haar hierin steunen.
Door de intensieve stilteweek zijn we alle drie helder van geest en we zien hoe absurd deze situatie is. De stilte is ver te zoeken. Het is voer voor een film.
We zijn volledig aanwezig bij wat er gebeurt en we voelen ons sterk met elkaar verbonden.
We hebben ook veel lol. We zingen en houden elkaars hand vast. Ik heb geen moment tijd voor mijn vliegangst. En dat zegt wat.
Ik leer ook dat er engelen zijn. In de lucht en op de grond. En dat ik daarop kan vertrouwen. Altijd.
Het kind in de rij voor ons dat steeds omkijkt en bij aankomst in Nederland zegt: Mevrouw, we waren echt niet zonder u vertrokken hoor.
De wildvreemde vrouw die tijdens de vlucht opstaat en door het gangpad naar mij toekomt: Ik wil je wat energie geven want volgens mij heb jij een zware taak. Ik moet huilen. De steward glimlacht naar ons.
Diezelfde steward die de situatie in al zijn absurditeit volledig accepteert.
Jij hebt een hele mooie stem, zegt Marijke tegen hem. Hij geeft zijn Transavia speld aan haar en benoemt haar tot erereiziger. Marijke straalt en huilt en lacht door elkaar heen. Hij knipoogt naar mij.
Love is in the air. Ook als je het het minst verwacht.
Dit blog verscheen eerder op Speel voor de Verandering, het blog van speltrainer Wilma van Tuyl
photo credit: Kuster & Wildhaber Photography via photopin cc