Un oeuf dur

Day Ten and Eleven, Amsterdam-Santiago

Wat een leuke ervaring was dat. Slapen in een Refuge van de Camino. Claude stond al voor het raam te zwaaien toen ik voorbijreed. Een bijzonder aardige, geestige spraakwaterval. Claude et Franky, de twee hospita’s, je kunt er zo een zomer lang een camera opzetten en je hebt een dijk van een docu. Het verbaasde mij dan ook niet toen hij aan de dis meldde dat zijn voorvaderen uit Italië komen, uit het geslacht Benaconi (of zoiets). Claude spreekt met zijn handen. Een acteur, een stand-up-comedian. Zijn handen bewegen bij alles wat hij zegt onophoudelijk heen en weer, op en neer. Een genot om naar te kijken. 

Het echtpaar, twee aimabele vrijwilligers trekken alle registers open om het de gasten naar de zin te maken. Deelnemen aan de Camino, op welke manier dan ook, is toetreden tot een nieuwe familie. Dat laat iedereen je op allerlei manieren voelen. 

Ik bevond mij in het gezelschap van 4 Franse mensen die allen het Engels niet machtig waren. Alleen op reis gaan, richting Santiago is een pré als jij je talen op orde wilt brengen. Ik kreeg gedurende de avond verschillende complimenten over mijn Frans. Er komen woorden naar boven waarvan ik niet wist dat ik ze in mij had. 

Het brengt mij terug naar mijn ervaringen op de middelbare school

Ik had er Franse les van een Surinaamse levensgenieter, mijnheer Girigori. Hij danste vaak letterlijk voor de klas, alles om de aandacht van de leerlingen te trekken en vast te houden. Ik heb die man nooit op een naargeestig humeur kunnen betrappen. Wij hielden van hem. Zoveel, dat hij het ons toestond om hem zo af en toe liefdevol te pesten. Ja, zo kan het ook.

Zijn tegenpool was de heer Koman, mijn Duitse leraar. Hij was het vleesgeworden sjagerijn. Ik vond hem niet aardig en dat was wederzijds. Mijn cijfers waren beneden peil. Elke uitnodiging om voor de klas een samenvatting van het boek Drei Manner im Schnee ten beste te geven, ging mank op het feit dat ik het boek tot op de dag van vandaag niet gelezen heb. 

Waarom rakel ik dat allemaal op?

Welnu ik ben de overtuiging toegedaan dat ik beter Duits spreek dan Frans. Wonderlijk. Misschien moet ik dat na gisteren maar eens herzien. 

Ik sliep met twee Franse professoren, een echtpaar, op een slaapzaaltje met vijf bedden. Twee stapelbedden en een enkel bed. In die laatste mocht ik ivm met mijn lengte de nacht doorbrengen. Deze twee geleerde mensen zagen er uit als om door een ringetje te halen. Tanig, gebruind,  gespierd en toch al achter in de 60. Ervaren Camino lopers. 

Ronfler

Snurken. Daar had ik ze in enige mate op voorbereid. Uiteindelijk had ik meer last van hem dan hij van mij, zo leerde ik aan het ontbijt. 

Er kwam in de avond een geweldige maaltijd op tafel in vier gangen. In de ochtend werd er gezamenlijk ontbeten, zoals het een hechte familie betaamt. En dan mag je uiteindelijk zelf bepalen wat je daar allemaal voor over hebt. Ik voldeed uiteindelijk de som van €30 en daar waren Claude et Franky zeer gelukkig mee. Om 08 uur namen we  afscheid van elkaar en vervolgden wij ieder onze eigen weg. De profs richting La Rochelle, hun woonplaats. Ik richting Aubusson. 

Claude et Franky hadden geen enkele ambitie om op de gevoelige plaats vastgelegd te worden. Die cijferden zich dus letterlijk geheel weg. Alles ten faveure van hun gasten. Perfect hosts. Een vette 10.

Dag Elf

Het was weer zo’n dag. De dame van Google Maps wilde mij echt cross country naar Aubusson sturen. Sommige van die routeaanwijzingen heb ik gevolgd, waarna ik mij net als op die ene slechte dag terugvond op spooky en rocky bospaden. Het scheelde dat ik mijn karretje niet meer mee hoefde te zeulen, maar comfortabel is natuurlijk anders. En als je dan ook nog eens uren niemand tegenkomt, dan voelt dat bepaald eenzaam. 

In mijn laatste training aan een Housing First Team in Zaanstad sprak ik in de pauze deelnemer Leon wat uitgebreider. Hij is een fervent fietser en wereldreiziger. 

De tochten die hij ondernomen heeft zijn onvoorstelbaar. Daar verbleekt alles wat ik in deze 35 dagen doe totaal bij. Zoals einde dit jaar. Dan wil hij op zijn fiets vanuit Suriname het Amazonegebied op zijn fiets gaan doorkruisen. Dat is pas een held. Ik verbleek al als ik een paar uur geen mensen tegenkom. 

Die paar uur werden vele uren vandaag. Veel zon, veel hellingen, veel tijd om na te denken, weinig mensen gezien.

Behalve Robert dan. Hij stond in een kleine hameau aan de kant van de weg zijn plantjes water te geven. Dat had ik ook nodig, dus ik maakte daar een moment pas op de plaats. Zijn naam stond in grote tegels op zijn huis, Chez Robert. Hij keek naar mijn fiets alsof hij net een UFO uit de hemelen had zien neerdalen. Uitermate geïnteresseerd in wat mij bewoog om naar Santiago te fietsen. Hij had geen idee hoeveel kilometer daarmee gemoeid was. 

We hebben een tijdje staan praten

Over het leven in een dorpje, over alleen zijn. Het was een welkome ontmoeting op deze zonovergoten, verzengende dag. Of ik zin had in een eitje voor onderweg? 

Robert liep naar binnen en gaf mij een in folie gewikkeld eitje. Wat een lieve man. Vervolgens balde hij zijn vuist en bracht het topje van zijn duim naar zijn mond. Of ik ook zin had in een glas Rose?

Dat aanbod heb ik afgeslagen. Het was 13 uur. Voor de Fransen een prima tijd om daar de middag mee aan te vangen. Voor mij iets te vroeg. Robert wenste mij een goede reis.

Deze tocht eindigde uiteindelijk met een afdaling van 7 kilometer

Wat een genot. Een aantal auto’s bleef vol ontzag achter mij rijden. Ik ga hier niet vertellen hoe hard dat ging. Dan slaapt de liefde van mijn leven vannacht niet meer. 

 Ik was er vandaag trots op dat ik 114km verderop ben gekomen. Aubusson is een supermooie plaats, met volle terrassen. De eerste plaats in Frankrijk waar ik dat beeld voorgeschoteld krijg. Ik werd er zo gelukkig van dat ik meteen mijn fiets afgestapt ben en het er van genomen heb. 

Dit café heet Delirium. Die draaien er niet omheen.

In deze plaats heb ik een mooie kamer voor de nacht gevonden. Volgens mijn vrouw veel te duur. €60. Ik was er blij mee na een dagje zweten en drie keer smeren. De zon was meedogenloos. 

Het kost wat, maar dan heb je ook wat. 

Dat eitje van Robert ligt hier nog op de tafel.

Daar ga ik vandaag de dag mee beginnen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge