Martin Bril

Gezien, vanavond. Prachtige film over mijn held. Door Coen Verbraak. Hij wordt nog elke dag gemist. Deze column schreef ik in 1 van de 16 jaren dat ik schrijf voor het Straatjournaal in Haarlem. Een matige column. Maar wel een ode aan Martin Bril.

                                                  

In Premery gebeurt weinig. Dit Bourgondische dorp had eens grandeur, maar met het vertrek van veel middenstanders is ook de ‘esprit’ verdwenen. Een paar hippe winkeliers probeert er met de verkoop van ecologische verf, grammofoonplaten en antiek de jeu in te houden. Het was ooit welvarend. Toen de houtskoolfabriek het nog deed. Bij het binnenrijden van het dorp torent de puist van verroest staal hoog boven de huizen uit.

Ik zit er elke ochtend mijn Volkskrant te lezen, in een bar in de hoofdstraat. Rond een uur of half tien komen steevast dezelfde mensen zich levensmoed indrinken. Bij binnenkomst is iedereen nog van goede zin en wordt er nog vriendelijk Bonjour gewenst. Eenmaal aan de bar, een hand aan het glas, slaat de lethargie ogenblikkelijk toe. Niemand zegt meer iets, men kijkt links, rechts en dan gaat de blik op oneindig. Ik zou niets liever dan een Petit Blanc meedrinken, maar het vooruitzicht van de toorn van mijn gezin aan de ontbijttafel, is meer dan genoeg reden daarvan af te zien. Ook Premery heeft zijn outcast, zijn dorpsgek. Ik ontmoette hem bij het verlaten van de bar. Hij trad mij tegemoet met gebogen hoofd, sigaret in de mond en versperde mij de weg. Het duurde even voor ik tot het besef kwam dat hij een vuurtje wilde. De Servische eigenaar van de bar schoot ervan in de slappe lach.

Elke dag besluit ik mijn barbezoek, dat bewaar ik voor het laatst, met het lezen van de column van Martin Bril.

Iedere columnist zou een vergelijking met Martin Bril glansrijk willen doorstaan, maar dat blijft in alle gevallen de vader van de gedachte. Die wens komt nooit uit. Bril is Bril en hij staat op eenzame hoogte. In de zomer, als hij in Frankrijk verkeert en er eigenlijk niets te beschrijven valt, dan lees ik hem het liefst. Bril ziet meer dan ik ooit zal zien.

Er zijn desalniettemin een paar overeenkomsten. Ik wil in de ogen van Bril geen slapjanus zijn, dus ook ik lever tijdens de vakantie mijn columns trouw bij de redactie van het Straatjournaal in. Bril is net als ik behept met een natuurlijke neiging tot verslaving en mevrouw Bril beschikt net als mijn vrouw over een paar fantastische billen en een huis in Frankrijk. Daar houdt de gelijkenis dan wel zo’n beetje op. Bril kleedt zich aanmerkelijk beter: zelfs tijdens zijn vakantie draagt hij fancy colberts en hij heeft twee dochters. Ik heb twee zonen en ik draag graag versleten jeans en T-shirts. En ik kan niet in de Franse schaduw van Martin staan.

Ik kijk uit naar de dag van morgen. Dan is er markt en brocante in Premery. Iedereen stalt de inhoud van zijn zolder op straat uit. Mijn vrouw en ik kopen er antieke wijnrekken en hertengeweien om onze Franse boerenwoning mee op te pimpen. Het dorp herrijst voor een dag uit zijn as. De terrassen zijn vol en iedereen eet, drinkt en viert feest. Een nieuwe, sprankelende dag. Een nieuwe zaterdagkrant. Een nieuwe Bril.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge