Rocamadour
Ik was er al eens geweest. Maar die herinnering beperkt zich tot die kleine geitenkaasjes die daar in die plaats gemaakt worden en natuurlijk de Bedevaart. Het lag evenwel precies op de route naar Villeneuve sur Lot, alwaar ik een afspraak had met een Nederlandse vrouw van 80 jaar oud.
Het was daar in die hoofdstraat bij het Hotel du Lion d’Or dat ik de eerste toeristen op mijn Santiagoreis tegenkwam, uitgerust met de Santiago Schelp, bungelend aan hun rugzakjes. En route ben ik vele campings gepasseerd, maar op geen van die campings waren mensen, caravans, tenten of Mobile Homes te vinden. Het is (nog) stil in vakantieland. Ik hoop voor die eigenaren (Ja, ook Ier en Eer) dat het toerisme deze zomer nog op gang gaat komen.
Ik begin natuurlijk ook al op leeftijd te geraken
Maar de gemiddelde leeftijd van die wandelaars in Rocamadour lag aanmerkelijk hoger dan mijn 63 jaar. Daarnaast, zo’n schelp en zo groot! Ik vind het nogal hysterisch. Daar ga ik mij niet schuldig aan maken. Ik herinnerde mij Rocamadour ook als een spirituele plek, maar daar is aardig de klad in gekomen. Laten we het een toeristisch gedrocht noemen. Dat komt dichter in de buurt.
De volgende dag had ik 104 kilometer voor de boeg en ik wilde rond 13 uur in Villeneuve zijn. Dat werd een vroegertje. Om 06.30 stond ik bepakt en bezakt voor de deur van het hotel.
Het is wonderbaarlijk
Hoe goed je jezelf rond die tijd kunt voelen en nauwelijks een half uur later ben je de wanhoop nabij. Twee keer stuurde Joke (zo heb ik haar voor het gemak genoemd) van Google Maps mij een verkeerde weg in. Die tweede keer was het meest onderscheidend. Dat bleek een doodlopende weg en er zat niets anders op dan die helling met een behoorlijk stijgingspercentage, of daling, het is maar hoe je het bekijkt, weer omhoog te fietsen. Zelfs de Turbofunctie van mijn fiets bood geen mogelijkheid om dat fietsend te doen. Er zat niets anders op dan mijn fiets met bagage en al de berg op te duwen. Om de 5 stappen bereikte mijn hartslag kritieke waarden en was ik genoodzaakt pas op de plaats te maken. Een lang verhaal kort: ik heb er een uur over gedaan om boven te komen. De rest van de dag voelde het alsof ik door een zwembad met Brinta heen moest fietsen.
Pap in de benen
Evengoed. Ik was op tijd voor mijn afspraak en ook een biertje op een Spaans aandoend dorpsplein werd afgevinkt. Het Deltour Hotel bleek een hotel on the outskirts van Villenueve sur Lot te zijn. Geen kwaad woord over de kamer. Mijn elektrische fiets kon ik er ruimschoots in parkeren. Mijn Kia Nero had ik er ook nog kwijt gekund. Dus, voetbal kijken, groenvoer en noten kopen bij de Liddle, bij Netflix in slaap vallen en om kwart over acht in de ochtend weer op de fiets.
Op naar een Camino Refuge in jawel, Roquefort. Je weet wel, van die kaas. Het was een prachtige rit, verstild, ik heb uren geen mensen of auto’s gezien. Die honderd kilometer was om 14 uur volbracht. De sleutel van de herberg moest ik bij de plaatselijke kroeg Café Paix afhalen in ruil voor het overleggen van mijn Santiago Credential (paspoort). Zo gaat dat met die refuges. Je hoort bij een nieuwe familie, een familie die is te vertrouwen en die jou alles toevertrouwd. Jean, de hospita, kwam om 15 uur binnenlopen en hij heeft het tot bedtijd volgehouden om het eenieder naar de zin te maken. Confit de Canard, de beste gebakken aardappelen ever en natuurlijk Fromage.
Overigens, je gaat onderweg van alles bedenken om jezelf, naast het fietsen, bezig te houden
Bij elke begraafplaats neem ik mijn cap van mijn hoofd. Een eerbetoon aan allen die ons ontvallen zijn. Ook bij de kleine monumenten onderweg, maak ik een stop en neem ik een foto. Opdat we de mensen die bij verkeersongelukken omgekomen zijn niet vergeten worden. Roemlozer doodgaan dan dat kan ik mij eigenlijk niet voorstellen. Ik heb er op mijn achttiende levensjaar evenwel flink mijn best voor gedaan om dat voor elkaar te krijgen door met een Honda 350 tweepitter een lantaarnpaal uit de grond te rijden. Ik heb er, behalve een forse hersenschudding, verlies van geheugen van alles 2 weken voor- en twee weken na het event, alsook een gecompliceerde beenbreuk (waar ik de vruchten heden ten dage nog steeds mag plukken, zonder een elektrische fiets hadden mijn knieën het natuurlijk nooit gered), verder niets aan overgehouden. So much for het herstellend vermogen van ons eigen lichaam en de geest.
Daarom heb ik mijn drie fietsbatterijen vandaag ook een naam gegeven
Wilson, mijn fiets, doet het fantastisch vooralsnog. Ik praat nog steeds tegen die tweewieler. Ik was vandaag al een fors aantal uren niemand tegengekomen en mijn gedachten gingen ineens uit naar mijn boezemvriend Arvid. Die hield er op jonge leeftijd drie imaginaire vrienden op na. Er moest aan tafel ook voor die vrienden gedekt worden, anders at Arvid niet.
Hij zal vast niet de enige zijn, maar hou je vast, de namen die hij deze drie vriendjes had gegeven, die zijn vet bijzonder.
Vanaf vandaag heten mijn drie batterijen Mazema, Pifmazema en Bals. Ik weet niet wat Wilson ervan vindt, maar hij doet het er maar mee.
Mooi verhaal Rokus. ☺️
Heerlijk weer Rokus, om te lezen!
Deed me direct denken aan de onovertroffen Confit de Canard die we bij een B&B aan de Dordogne voorgeschoteld kregen. Grappig dat je dan ook meteen weer terug bent op die plek ?. Succes en plezier!! Liefs Marja Hasert
Hé Rookie, dit wordt toch wel een boek?
Wat een trip!
Groet, Ray